Energieslurper BASF belooft grote stappen naar duurzaamheid te zetten. Het chemieconglomeraat zit niet stil, met meer focus en een verhoogde inzet in de veranderende auto-industrie. Maar beleggers aarzelen nog.
Het is een mooi woordspelletje in een pakkende slogan. “Bij BASF creëren we chemie voor een duurzame toekomst.” Zoals zoveel grote bedrijven tegenwoordig claimt BASF ook waarde te creëren voor de maatschappij als geheel.
De meeste mensen weten dat chemiebedrijven als BASF belangrijk zijn voor hun welbehagen. De producten van BASF zijn overal terug te vinden, in hygiëneartikelen, in auto’s en in voeding.
Maar bij BASF, een onderneming die werkt met gevaarlijke chemische stoffen, denk je niet meteen aan duurzaamheid. In Brussel ligt de chemiesector onder vuur. Steeds meer schadelijke stoffen worden verbannen uit producten zoals speelgoed, cosmetica, wasmiddelen en textiel.
Chemiebedrijven verbruiken ook nog ontzettend veel energie. Het is niet overdreven om BASF dé uitstootkampioen van Europa te noemen.
Lat hoger
Maar eerlijk is eerlijk: BASF heeft afgelopen zomer de lat een stuk hoger gelegd met zijn klimaatambities. Veel publiciteit kreeg het niet. Maar de ommezwaai kwam tot stand na druk van twee grootbeleggers: het Nederlandse NN Investment Partners en het Britse M&G Investments.
“Door als investeerder met bedrijven in gesprek te gaan en duidelijke verwachtingen en doelstellingen te zetten met betrekking tot het reduceren van de CO-uitstoot, kan er invloed worden uitgeoefend en verandering en versnelling in gang worden gezet”, zegt een woordvoerder van NN. In dit geval is dat gelukt.
Het conglomeraat is natuurlijk geen onbekende in de beurswereld. BASF is in 1865 opgericht door Friedrich Engelhorn. Het bedrijf hield zich aanvankelijk voornamelijk bezig met het maken van kleurstoffen die toen al meteen ook in Nederland werden verkocht. Na een gitzwarte oorlogsgeschiedenis werd BASF in 1952 heropgericht en omgebouwd tot razend succesvolle veelkoppige miljardenonderneming.
BASF belooft beleggers waardecreatie op de lange termijn, naast een aantrekkelijk dividend dat elk jaar wordt verhoogd (nu ruim 5 procent). Met een koers-winstverhouding van tien heeft het aandeel BASF naar objectieve maatstaven opwaartse potentie. Het is in die zin een koopje ten opzichte van de Nederlandse concurrent DSM. BASF ligt qua prijs ook duidelijk onder concurrenten zoals Lanxess, Evonik, Arkema en Solvay.
Weerbarstig
De praktijk is voor BASF weerbarstiger dan de optimistische mededelingen van de onderneming. Er lijkt nog een lange weg te gaan voor de Duitsers, in een uitdagende wereld. Een sceptische houding lijkt door te tikken in de beurskoers, die lager staat dan vier à vijf jaar geleden.
De beste rendementen met BASF haalden beleggers in de jaren na de kredietcrisis van 2008 en 2009. Sinds 2018 is het kwakkelen. Driemaal verhoogde het bedrijf afgelopen jaar zijn prognoses. Maar het hielp niet.
BASF boekte in 2020 een omzet van 59,5 miljard euro met een bedrijfsresultaat voor rente, belastingen en eenmalige lasten van 3,6 miljard euro. Vorig najaar zei topman Martin Brudermüller in 2021 te rekenen op een bedrijfswinst van 7,5 à 8 miljard euro op een omzet tussen 76 en 78 miljard euro.
Gezien het vertraagde herstel uit de pandemie (zie kader op pagina 39) is hij misschien te optimistisch. Het bedrijf levert zijn basisproducten aan bedrijven uit vrijwel alle bedrijfstakken van de wereldeconomie. Een economische afkoeling wordt meteen gevoeld in Ludwigshafen.
Analisten van Kepler Cheuvreux geloven dat er meer muziek in het aandeel zit. Ze verwachten bijna een verdubbeling van de beurskoers. “De weg naar 100 euro”, staat op het titelblad van een rapport van de Franse financieel dienstverlener dat vorige maand uitkwam (de koers ligt momenteel rond 60 euro, red.).
Kosteninflatie
UBS is terughoudender. De Zwitserse zakenbank verwacht juist een moeilijke periode voor de meeste cyclische bedrijven. De kosteninflatie is een belangrijke factor. De chemie-industrie heeft net als de maakindustrie erg veel last van knelpunten in de toeleveringsketens. Grondstoffen en halffabricaten ontbreken of zijn zeer duur.
De energieprijzen laten BASF niet onberoerd. De productie van ammoniak in Antwerpen en Ludwigshafen is ingeperkt wegens de hoge gasprijzen. Wat nog helpt, is dat de Duitse multinational deels zijn eigen stroomopwekking doet. Op de belangrijke locaties dekt BASF meer dan 70 procent van zijn elektriciteitsbehoefte af met gas- en stoomturbines op locatie, aldus analisten van UBS. Maar de bouw van een nieuwe grote Belgische gascentrale is onlangs afgeblazen vanwege de hoge kosten.
Het is niet zo dat alleen BASF de klappen van de duurdere energie- en grondstoffenprijzen opvangt. De Duitsers rekenen het door. En niet zo bescheiden ook. Het bedrijf verhoogde de prijs van producten uit de materialendivisie flink, chemische producten werden dubbel zo duur.
De positivo’s van Kepler Cheuvreux vinden dat beleggers deze factoren niet op hun waarde schatten. Zelfs rekening houdend met de zogeheten conglomeraatskorting van 10 procent, komen ze uit op een waarde van 93 euro per aandeel. Dat is exclusief dochteronderneming Wintershall Dea (actief in de winning van en handel in aardolie en aardgas, red.) die al een tijdje klaarstaat voor een beursgang.
Het steekwoord is conglomeraat. Duitsland doet mee in de trend om delen van bedrijven af te splitsen. Onlangs splitste Daimler de vrachtwagendivisie af. Siemens is al jaren aan het knippen. Ook het Amerikaanse General Electric doet het. In Nederland is het stevig afgewaardeerde Philips daar ook al jaren mee bezig.
Analisten beschouwen BASF als een mogelijk doelwit van activistische beleggers die meer actie willen. Maar BASF loopt op kritiek vooruit om de eisen van beleggers niet te laten escaleren tot een straatgevecht.
Spagaat
BASF staat echter in een spagaat, want het conglomeraatmodel wordt gekoesterd. Bij BASF spreken ze van het “unieke” Verbund-concept. Daarmee wordt het concurrentievoordeel bedoeld dat een conglomeraat kan hebben door veel taken zelf uit te voeren en te combineren, waarmee ook uitstoot uitgespaard wordt.
Niettemin twijfelt analist Chris Counihan van de Amerikaanse zakenbank Jefferies of deze structuur nog wel goed genoeg functioneert, getuige zijn laatste notitie. Hij doelt op de structuur van de groep met upstream (winning van olie en gas) en downstream (de verfijnde chemische producten) onder één dak.
De som der delen is meer waard dan het geheel, roepen voorstanders van een opsplitsing. Volgens Counihan is de zogeheten conglomeraatskorting hoger dan de Verbund-bonus van BASF. Hij raadt wel aan het aandeel te kopen, vanwege een opwaarts potentieel van 30 procent.
BASF heeft zichzelf organisatorisch opgedeeld in zes divisies: Chemicals, Materials, Industrial Solutions, Surface Technologies, Nutrition & Care en Agricultural Solutions. Maar feitelijk is de kerstboom aan activiteiten veel groter. UBS-analisten hebben het over grofweg tachtig bedrijfsonderdelen. Ook zij stellen de vraag of het conglomeraat van BASF niet een onsje minder mag.
Die beursgang van Wintershall Dea zou een stap in die richting zijn. BASF heeft een belang van circa 70 procent in de onderneming. Door de snel stijgende gasprijzen kan Wintershall mogelijk tegen een aantrekkelijke waardering naar de beurs, zeggen analisten.
Auto-industrie
In een andere divisie is ook wat gaande. BASF is een van de grootste leveranciers van chemicaliën aan de auto-industrie. Het maakte vorige maand bekend zijn activiteiten voor katalysatoren onder te brengen in een apart bedrijf waarin het moederconcern miljarden euro’s zal investeren voor de productie van autobatterijmaterialen.
Net als veel andere bedrijven probeert BASF op deze manier een slaatje te slaan uit de enorme interesse op de beurs voor alles wat te maken heeft met de elektrificatie van de automobielindustrie. Het onderdeel gaat BASF Automotive Catalysts and Recycling heten. In de productie van elektrische auto,s zijn dubbel zoveel chemische componenten nodig als in auto,s met een verbrandingsmotor. De aanname is dat BASF het deel van de activiteiten op het terrein van de verbrandingsmotor wil verkopen.
De aankondiging was voor analisten verrassend, maar het logische gevolg van de nieuwe strategie. Baader Bank rekent erop dat de structuur verder wordt opgeschud. Dat kan een trigger zijn voor een herwaardering.
Een relatief nieuwe keerzijde van het conglomeraat is dat de zogeheten verticale integratie met eigen productie-infrastructuren een grote ecologische voetafdruk veroorzaakt. De “CO-intensiteit” bij BASF is dusdanig hoog dat dit de komende tien jaar een groot belangenconflict kan opleveren binnen de groep, aldus analisten van UBS.
BASF heeft zijn klimaatambities afgelopen zomer scherp bijgesteld, onder druk van grote beleggers. NN Investment Partners wil bedrijven houden aan het Klimaatakkoord van Parijs, zegt een woordvoerder. Een voorbeeld hiervan is het engagement met de Duitse chemiereus. NN Investment Partners zegt de afgelopen jaren “veelvuldig” dialoog gevoerd te hebben met BASF, ook met bestuurders van het bedrijf.
De vermogensbeheerder stelt tevreden dat BASF nu zwaar inzet op de transitie van fossiel naar hernieuwbare energiebronnen voor zijn productieprocessen. “We zien dat er duidelijk meer wordt geïnvesteerd in technologie, innovatie en samenwerkingen die bijdragen aan een verminderde CO-voetafdruk van bestaande activiteiten.”
Nafta
Aan het begin van ieder productieproces in de chemische industrie moet de basisgrondstof nafta (een mengsel van koolwaterstoffen dat ontstaat bij het destilleren van ruwe olie) zwaar worden verhit, oftewel “gekraakt”. BASF wil dat gaan doen met groene stroom. In Nederland participeert het bedrijf in de bouw van een groot windpark voor de kust van Noordwijk.
BASF wil bovendien in Antwerpen CO afvangen en op zee opslaan. Uit het Europese Innovatiefonds krijgt het daarvoor veel subsidie. De nieuwe productiesite (“Verbund”) in Zhanjiang in China zal volledig op hernieuwbare energie gaan draaien.
BASF verwacht de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk te kunnen verminderen door het gebruik van fossiele brandstoffen als energiebron gestaag te vervangen door elektriciteit uit hernieuwbare bronnen.
Er zijn aanzienlijke kosten mee gemoeid. Maar de oplopende CO-prijs die BASF per uitgestoten ton van het broeikasgas moet betalen trekt ook een wissel. Met de verkoop van bedrijfsonderdelen en het zoeken van aparte beursnoteringen voor dochterbedrijven kan BASF deze toekomstige investeringen beter dragen. In die zin is het knippen in het bedrijf meer dan het opkrikken van de beurswaardering.
Herstel vertraagd |
De BASF-groep heeft ongeveer 110.000 medewerkers in dienst. Daarvan zijn er 1500 werkzaam in Nederland. De belangrijkste chemiesite van België staat in Antwerpen, met 3500 werknemers. BASF haalt ongeveer 40 procent van zijn omzet in Europa. In eigen land, en de rest van Europa, herstelt de economie door de voortwoekerende pandemie minder snel dan eerder verwacht. Deutsche Bank rekent voor Duitsland nog wel met een stevige 4 procent groei in 2022, ondanks een technische recessie deze winter. In 2023 zal de groei in Duitsland op kwartaalbasis weer vertragen in de richting van de trend. |
VEB-lidmaatschap |
---|
Nog geen VEB-account? |
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |